De NOVI: Wat staat er in en vooral: wat niet?

Mooie zin uit de NOVI: 'We omarmen het nieuwe en koesteren het bestaande'

De Nationale omgevingsvisie (NOVI) is gepresenteerd. Eind juni opende minister Ollongren van Binnenlandse Zaken het debat over de visie, want de NOVI is nu nog een concept. Een concept dat wordt voorgelegd aan de samenleving. Die mag erop schieten, opdat het een werkelijk Nationale visie wordt, en niet eentje van de rijksoverheid, of erger nog, van een specifiek departement.

Wie de NOVI leest kan best heel optimistisch worden. Althans, bij eerste lezing. Wie de tekst laat bezinken, wordt al gauw een stuk kritischer. Zoveel kansen blijven onbenut, zoveel zaken onbenoemd. 

We werpen twee blikken op de NOVI om de kritiek samen te vatten.
Wat staat er wel in?
Wat staat er niet in?

Veel hoopvols
Er staat veel hoopvols in de NOVI. Mooie zinnen als: ‘We omarmen het nieuwe en koesteren het bestaande. Zo bouwen we samen aan een mooi, gezond en veilig Nederland, waarin we ook in 2050 graag willen leven’.

Er wordt een toekomst geschetst waarin het klimaatprobleem geen bedreiging meer vormt voor onze veiligheid, waarin de energie gewonnen wordt uit hernieuwbare bronnen, waarin de huidige woningnood en het mobiliteitsprobleem zijn opgelost, en de economie circulair draait. Iedereen kan betaalbaar wonen. De landbouwsector is koploper in duurzame circulariteit - hoe zonnig wil je ’t hebben?

Dat zorgeloze toekomstperspectief stoelt op vier prioriteiten: klimaat en energie, circulaire economie, sterke steden en toekomstbestendige landbouw. Drie afwegingsprincipes maken duidelijk hoe deze zonnige toekomst bereikt kan worden. Voor professionals in de ruimtelijke kwaliteit zijn dit hoopgevende principes. 

Principe 1: ‘Combinaties van functies gaan voor enkelvoudige functies’ 
Een parkeergarage kan ook een waterkering zijn en een energieleverancier. Het combineren van functies bespaart ruimte en maakt werk met werk. De ervaring leert dat het combineren ook prikkelt tot bijzonder ontwerp en zo de ruimtelijke kwaliteit versterkt. 

Dit principe betekent een afscheid van de naoorlogse praktijk van functiescheiding. Het zou nog definitiever mogen: maak het combineren van functies voor elk project verplicht. Wie niet combineert, moet de uitzondering grondig motiveren.

Wie een investering doet – een windmolen plaatst, of een dijk versterkt – moet een andere maatschappelijke opgave aan zijn plan koppelen. Het plan wordt weliswaar complexer, maar de koppeling levert ook extra financiering op en lost een ander probleem op. Zo wordt een enkelvoudige private investering een meervoudige maatschappelijke investering. Het zou niet verkeerd zijn om die beweging te versterken door een extra afwegingsprincipe toe te voegen: ‘Publiek belang gaat boven privaat belang en het algemeen belang gaat boven een deelbelang.’

Principe 2: ‘Kenmerken en identiteit van een gebied staan centraal’ 
Dit uitgangspunt is experts in welstandsadvisering en erfgoedzorg op het lijf geschreven. Elk gebied heeft zijn eigen geschiedenis. Wat op de ene plek past als een handschoen, is op een andere misplaatst. Het betekent ook een eind aan tabula rasa-ontwikkelingenGeen opgespoten land meer waar alle historische nuance is weggepoetst. Nee, de ‘waardevolle karakteristieken van onze steden en dorpen zijn (in 2050) tenminste behouden gebleven of verder ontwikkeld’. 

Principe 3: ‘Afwenteling voorkomen’
We kunnen de lasten van onze levenswijze niet langer afwentelen op de generaties na ons of op gebieden buiten onze invloed. 

Het principe zouden we ruimer kunnen hanteren: laat het profijt van een investering in bijvoorbeeld duurzame energie (windmolens, zonneparken) niet weglekken naar het buitenland, maar investeer in de omgevingskwaliteit van het gebied dat ook de lasten ervaart. 

21 belangen
De opsomming is met vier prioriteiten en drie afwegingsprincipes nog niet afgerond. De NOVI telt ook 21 nationale belangen. Een goede digitale connectiviteit is zo’n nationaal belang, net als een goede drinkwatervoorziening en waterveiligheid. Op het laatste nippertje heeft het Rijk aan deze lijst ook ‘het realiseren van een goede omgevingskwaliteit’, op nummer 2 toegevoegd. Dat is goed nieuws. Samen met nummer 19 - ‘behouden en versterken van cultureel erfgoed en landschappelijke en natuurlijke kwaliteiten van (inter)nationaal belang’- is dit een belangrijk signaal aan gemeenten en provincies om serieus werk te maken van ruimtelijke kwaliteit.

Doen zij dat niet of onvoldoende dan kan het Rijk door aanpassingen in het systeem of door ondersteuning de doelen toch (laten) bereiken. Zo’n aanpassing is bijvoorbeeld een instructie aan een andere overheid.

Dit gevoegd bij het procesvereiste dat elke investering in het landschap in principe moet leiden tot een versterking van de landschapskwaliteit, maakt dat je heel hoopvol kan zijn over de NOVI.

De NOVI: Wat staat er niet in?


Tegelijkertijd is het niet moeilijk om een waslijst kritiekpunten op te stellen over deze visie. De belangrijkste op een rij.

Ten eerste valt de NOVI paradoxaal genoeg te typeren als een conservatieve toekomstvisie op de ruimtelijke inrichting. De geschetste wensdroom is vooral een afwenden van dreigend onheil. Er spreekt geen culturele ambitie uit, er is geen cultureel programma. Daar zijn vele verklaringen voor te geven, maar de belangrijkste lijkt me gebrek aan politieke moed. 

Vectoren genegeerd
De Omgevingswet eist dat iedere omgevingsvisie is gebaseerd op een beschrijving op hoofdlijnen van de kwaliteit van de fysieke leefomgeving. Zo kunnen nieuwe opgaven beoordeeld worden tegen de cultuurhistorische en landschappelijke achtergrond. De NOVI, toch een van de verplichte beleidsdocumenten onder de wet, heeft zich hier niet aan gewaagd. De opstellers hebben de prachtige kans gemist om richtinggevende vectoren voor de toekomst af te leiden uit historische trends. 

En ja, dat zou inderdaad politiek uiterst gevoelig liggen. Want zijn we het wel eens over de trends uit de geschiedenis? Beschouw je ons cultuurlandschap met kievit, knotwilg, koe en klompen als geliefd erfgoed, of is het feitelijk een achtergelaten ruïneus energielandschap, waar eerst hout, toen turf gewonnen werd voor het verwarmen van de stedeling? Is de agrarische productie daar de historische trend, of juist de energieproductie en wat zegt ons dat voor de toekomstige inrichting?

Het denken in cultuurhistorie (en daarmee ook erfgoed) als een vector is in de NOVI niet doorgedrongen; de gedachte overheerst dat nieuwe ontwikkelingen een bedreiging (kunnen) zijn voor de gekoesterde kwaliteit.

Sociaal-culturele blik ontbreekt
Een tweede bezwaar is dat de NOVI evenmin de verwachting inlost van een integrale toekomstvisie. Wat volstrekt ontbreekt is een sociaal-culturele blik op de toekomst. Hoe ziet een inclusieve samenleving eruit? Hoe voorkomen we segregatie, hoe zit het met de solidariteit tussen periferie en centrum? Hoe zit het met de kennisinfrastructuur, de positie van de wetenschap en het onderwijs? Houden richten we de (ouderen)zorg in? Het zijn stuk voor stuk vragen uit niet-ruimtelijke domeinen die een flinke invloed hebben op onze fysieke leefomgeving, maar die in de NOVI niet geadresseerd worden. De NOVI is te veel een sectorale, ruimtelijke visie gebleven. 

Evenmin schept de NOVI de condities voor een culturele ontwikkeling. Wil de ambitie van ‘een goede omgevingskwaliteit’ slagen, dan hoort daar een gedegen analyse en visie bij op de ontwerpkracht waarmee dat nieuwe Nederland vorm moet krijgen. De notie dat de ‘Fikse Verbouwing’ een culturele daad is, maar dat het niet vanzelf goed komt met de kwaliteit, lijkt bij de beleidsmakers nog niet goed doordrongen te zijn. Het is tekenend dat de Verklaring van Davos, waarin ook Nederland zich verplicht om te investeren in een hoogwaardige bouwcultuur, in de NOVI volslagen wordt genegeerd. 

Wat doen we met Schiphol? (Foto Marco Papa CC)

Geen heldere keuzes
Voor wie opgroeide in de traditie van de Vinex is de NOVI ook nog eens teleurstellend door het ontbreken van heldere keuzes. Hieronder enkele kwesties waarover de NOVI geen standpunt formuleert: 

  • Wat te doen met Schiphol? Verder investeren in de luchtvaart, of de koers verleggen? 
  • In Rotterdam ligt het grootste tankstation van de wereld. En weet je wat? In 2050 wil niemand meer tanken. Wat doen we met al die ruimte, met dat perspectief?
  • Als er een miljoen woningen bij komen, waar komen die dan? Houden we vast aan de ‘compacte stad’ of laten we het los - waarom wordt dat nergens expliciet? 
  • Investeren we in nieuwe snelwegen, in nieuwe stations, in HSL-lijnen of monorail? Is er een visie op duurzame vervoersmodaliteiten, en leggen we knooppunten in de centra van steden of juist transferia in de periferie? Hoe sluit onze infrastructuur (weg, rail, lucht, pijplijnen, energie) aan op de Europese netwerken?

Wie de NOVI leest kan hoopvol zijn over wat erin staat, wie over de NOVI nadenkt, is veel somberder over wat er ontbreekt. Hoe erg is dat? Nou, de NOVI heeft een veel lager soortelijk gewicht dan de Vinex destijds, omdat de NOVI geen geld en geen doorzettingsmacht biedt. Het zijn de provincies, de regio’s en vooral de gemeenten die de toekomst van Nederland daadwerkelijk gaan vormgeven. 


Flip ten Cate | juli | 2019
Aanmelden voor de nieuwsbrief Federatie Ruimtelijke Kwaliteit kan via:http://www.ruimtelijkekwaliteit.nl/aanmelden-nieuwsbrief    

 

Nieuwe Publicaties

Onderstaande publicaties zijn zolang de voorraad strekt, tegen verzendkosten te bestellen bij de Federatie Ruimtelijke Kwaliteit: info@ruimtelijkekwaliteit.nl

  • Jaarverslag over 2022Jaarverslag over 2022

    In 2022 groeide de formatie van de Federatie Ruimtelijke Kwaliteit en werden er tal van initiatieven genomen en activiteiten ontplooid. Financieel waren er de nodige tegenvallers.

    lees verder

  • Ruimtelijke Kwaliteit bij Fabrieksmatige WoningbouwRuimtelijke Kwaliteit bij Fabrieksmatige Woningbouw

    Meer goede woningen op de korte termijn én blijvende ruimtelijke kwaliteit met elkaar verenigen is het doel van het traject Ruimtelijke Kwaliteit bij Fabrieksmatige Woningbouw

    lees verder

  • Duurzame StadsgezichtenDuurzame Stadsgezichten

    De huizen in beschermde stadsgezichten worden ook verduurzaamd. Hoe is dat mogelijk zonder afbreuk te doen aan de ruimtelijke kwaliteit en de erfgoedwaarde?

    lees verder

Federatie Ruimtelijke Kwaliteit